Geelbrauwgors | Emberiza chrysophrys
Geelbrauwgors | Emberiza chrysophrys

Normaal proberen we in een jaar minimaal 300 soorten te zien. We hoeven daarvoor niet achter alle soorten aan te gaan die waargenomen worden. Dit jaar zou het iets anders gaan verlopen alhoewel dat niet gepland was met de start van het nieuwe jaar.

Tot maart vogelden we zoals we gewend waren te doen. En het ging best lekker met de soorten. Op 24 maart kwam daar een verandering in. Vroeg in de ochtend op die dag zagen wij een Ringsnavelmeeuw nabij Babberich gevolgd door een Kleine Kokmeeuw bij Westkapelle. Hier troffen we Alwin Borhem aan die ons verkondigde dat ondanks dat we een Ringsnavelmeeuw op hem voorlagen, hij toch wel boven ons zou eindigen. Deze uitdaging namen we aan en hiermee begon de start van een Big Year.

Op 1 januari startte ons vogeljaar met een Roodborst om 06:23 uur bij het instappen van de auto in Uden. Doel was de Gully bij Camperduin met een poging voor de Provençaalse Grasmus voor de jaar- en maandlijst. Deze werd helaas niet gevonden. Een groepje Dwergganzen werd in de nabij gelegen polder wel gevonden. We reden naar Alblasserdam waar de Purperkoet nog steeds aanwezig was en deze telde voor de maandlijst. Een Bruine Boszanger die er ook al een tijdje zat werd gretig meegepikt voor de jaarlijst. We reden nu naar Utrecht waar we vrij snel de Dwergaalscholver konden bijschrijven ook weer voor de maand- en jaarlijst. De kop was eraf en met 64 soorten waren we best tevreden. Ik kon tevens 4 nieuwe soorten toevoegen aan mijn 1 januari-lijst die nu op 186 soorten staat.

Europese Kanarie | Serinus serinus
Europese Kanarie | Serinus serinus
Geelsnavelduiker | Gavia adamsii
Geelsnavelduiker | Gavia adamsii
Patrijs | Perdix perdix
Patrijs | Perdix perdix

Op 2 januari stonden we in Nieuwvliet-Bad in de hoop dat de Oostelijke Vale Spotvogel nog aanwezig was. Helaas kregen we die niet gevonden maar we werden enigszins gecompenseerd met een overvliegende Kwak. We konden die dag ook nog Flamingo, Zwarte Rotgans en Witbuikrotgans toevoegen aan de jaarlijst. Op 22 januari hielden we een Big Day in de provincie Zeeland. Het werd een geslaagde dag met 112 soorten waaronder; Geelsnavelduiker, Siberische Tjiftjaf, Grauwe Gors en Middelste Bonte Specht. Kijk hier voor een volledig verslag. De Provençaalse Grasmus bleek toch nog aanwezig en die werd op 23 januari bezocht voor de jaar- en maandlijst. Verder zagen we nog goede soorten in januari zoals; Bonte Kraai, Humes Bladkoning, Koereiger, Kleine Burgemeester, Pestvogel, Amerikaanse Smient, Europese Kanarie, Siberische Taling, Roodhalsgans, Witoogeend, Grote Burgemeester en Dwerggors. Op het eind van de maand stond de jaarlijst op 153 soorten! De maandlijst voor januari was gegroeid met 5 soorten en staat nu op 283 soorten!

Steenuil | Athene noctua
Steenuil | Athene noctua
Provençaalse Grasmus | Curruca undata
Provençaalse Grasmus | Curruca undata
Dwerggors | Emberiza pusilla
Dwerggors | Emberiza pusilla

1 februari werd gestart bij de Dwergaalscholver in Utrecht. De vogel werd snel gevonden en we reden nu naar de Korendijksche Slikken voor de Zwarte Wouw die hier al een tijd zat. Ook deze vonden we best snel en ik heb de Zwarte Wouw nu rond in alle maanden. In Zeeuws Vlaanderen zat een Pallas’ Boszanger die ook nog telde voor de maandlijst. Na flink wat zoeken werd hij eindelijk gevonden en als bonus zagen we ook nog een Bladkoning. Later die middag vonden we nog een Graszanger. Een Struikrietzanger die met een nachtkijker ontdekt werd in Gouda moesten we doen voor de maandlijst. We moesten flink zoeken maar uiteindelijk zagen we hem. Een rondje door het hoge noorden op 13 februari leverde Ruigpootbuizerd, Strandleeuwerik, Frater en IJsgors op. Ondanks uren zoeken in het buitendijkse gebied van Friesland konden we geen Velduilen of Sneeuwgorzen vinden. Onderweg naar huis werd de Sneeuwgans bij Terwolde bezocht. Op 15 februari reden we vroeg in de ochtend naar alweer Zeeuws Vlaanderen. Een ontdekte Zanggors zat op de grens van Nederland met België nabij Emmadorp. De vogel zat nog in België toen we hem terugvonden maar gelukkig vloog hij ook nog naar Nederland waar hij leuk op de foto gezet werd. De eerste nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst van 2022 was binnen! Op het eind van februari stond de jaarlijst op 173 soorten. De maandlijst voor februari was met 5 gegroeid naar 268 soorten.

Zanggors | Melospiza melodia
Zanggors | Melospiza melodia
Purperkoet | Porphyrio porphyrio
Purperkoet | Porphyrio porphyrio
Zanggors | Melospiza melodia
Zanggors | Melospiza melodia

1 maart werd afgetrapt met een Bruine Boszanger in de Braakman voor de maandlijst. De Zanggors was ook nog aanwezig en dat werd de volgende maandsoort. We reden nu naar de Purperkoet in Alblasserdam. Ook deze werd snel op de lijst bijgeschreven. Een Rosse Franjepoot in de Nieuwe Driemanspolder was de volgende maandsoort. Om 15:15 uur konden we ook de Struikrietzanger in Gouda toevoegen aan de maandlijst. We sloten de dag af met de Dwergaalscholver in Utrecht. 6 nieuwe maandsoorten op 1 dag, dat was best lang geleden dat we dat mochten meemaken. Op 2 maart bezochten we in de Biesbosch een Bruine Boszanger die nog telde voor de Brabant-lijst. Op 3 maart stonden we weer in de greppel bij Camperduin voor de Provençaalse Grasmus die snel gevonden werd. Ook nu telde hij voor de maandlijst. Op de terugweg naar Uden werd een Pallas’ Boszanger bezocht in Leiden die zich leuk liet bekijken en fotograferen. Op 16 maart werd een Bastaardarend bezocht in Fochteloërveen, hij telde voor zowel de maand- als jaarlijst.

Pallas' Boszanger | Phylloscopus proregulus
Pallas' Boszanger | Phylloscopus proregulus
Provençaalse Grasmus | Curruca undata
Provençaalse Grasmus | Curruca undata
Provençaalse Grasmus | Curruca undata
Provençaalse Grasmus | Curruca undata

Dan komen we aan op de datum die het vervolg van ons vogeljaar zou veranderen, 24 maart. Een gezenderde Ringsnavelmeeuw die de winter in België verbleef begon op 23 maart in noordoostelijke richting te vliegen en kwam terecht op een meeuwen slaapplaats nabij Babberich. Wij kregen vroeg in de ochtend om 04:56 uur de coördinaten door waar de Ringsnavelmeeuw zich bevond. Dit was een nieuwe maandsoort dus we stonden in de schemer op de gemelde locatie. Er vlogen flinke aantallen Stormmeeuwen over ons heen die de slaapplek al verlieten. Een half uur later bleken de meeuwen op een paar na allemaal verdwenen. Dit zag er niet goed uit. Ik meldde dit via de Telegram appgroep van Dutch Birding om 06:37 uur. Cornelis Fokker zag dit bericht en besloot niet verder naar de plas te rijden, maar de meeuwen te checken die hij tegenkwam. Bij het eerste groepje dat hij zag was het meteen bingo. Om 06:48 uur piepte Cornelis de Ringsnavelmeeuw met de melding; hij loopt hier! Na een rit van 8 km konden we aansluiten. De Ringsnavelmeeuw liet zich leuk bekijken maar na ongeveer 45 minuten vloog hij plots op en verdween in noordelijke richting. Wij reden terug naar Uden waar we stelling namen op onze telpost De Brobbelbies in de hoop op wat rovers. Om 10:15 uur werd er een Kleine Kokmeeuw gemeld op het Noordervroon nabij Westkapelle. 2 zeldzame meeuwen op 1 dag, erg bijzonder. Wij twijfelden niet lang en besloten naar Westkapelle te rijden. Bij aankomst zat de Kleine Kokmeeuw er nog en liet zich op afstand leuk bekijken. Hier hoorde we dat er een Drieteenmeeuw langs de dijk bij Westkapelle zat. Ook deze telde nog voor mijn maandlijst. We moesten even zoeken, maar ook deze meeuw kon ik bijschrijven voor de maand maart. Een echte meeuwen hattrick. Bij de Kleine Kokmeeuw troffen we dus Alwin en het was hier dat er een weddenschap ontstond wie dit jaar de meeste soorten op zijn lijst wist te krijgen.

Kleine Kokmeeuw | Chroicocephalus philadelphia
Kleine Kokmeeuw | Chroicocephalus philadelphia
Ringsnavelmeeuw | Larus delawarensis
Ringsnavelmeeuw | Larus delawarensis
Beflijster | Turdus torquatus
Beflijster | Turdus torquatus

Vanaf nu waren we scherp op nieuwe soorten voor de jaarlijst en we zouden ze allemaal proberen. In maart gebeurde verder niet veel bijzonders meer en we sloten de maand af op 187 soorten voor de jaarlijst. Voor de maandlijst werd met 11 nieuwe soorten goede zaken gedaan. De maart-lijst staat nu op 285 soorten.

Italiaanse Mus | Passer italiae
Italiaanse Mus | Passer italiae
Roodhalsfuut | Podiceps grisegena
Roodhalsfuut | Podiceps grisegena
Koereiger | Bubulcus ibis
Koereiger | Bubulcus ibis

1 april werd zoals gebruikelijk besteed aan de maandlijst. We begonnen met een Bruine Boszanger in Wageningen. Daarna reden we naar Alblasserdam voor de nog steeds aanwezige Purperkoet. Ook de Struikrietzanger in Gouda zat er nog maar we moesten wel flink zoeken. De Dwergaalscholver bleek er niet meer te zitten en dat was best jammer want ik miste hem alleen nog in april. Op 6 april werd een erg vroege Klein Waterhoen bezocht in Heiloo, de vogel telde nog voor de maandlijst. Op 10 april zagen we er nog 1 bij het Quackjeswater. 9 april werd een Amerikaanse Wintertaling bezocht bij Hooge Zwaluwe. Een Siberische Taling die hier ook zat bleek geringd te zijn, dat was jammer want deze telde nog voor de Brabant-lijst. We stonden inmiddels ook regelmatig op de telpost Kamperhoek en op 12 april zagen we daar onze eerste Steppekiekendief van dit jaar. Tijdens de telling werd een Dwergaalscholver gemeld bij het Zwarte Water. Dit was niet al te ver weg en een goede herkansing. Na wat zoeken vonden we de vogel terug. Hij zat verscholen tussen de struiken op een eiland. Ik heb de Dwergaalscholver nu rond in alle maanden. Een Italiaanse Mus die Garderen had uitgekozen om te broeden met een gewone Huismus werd bezocht op 16 april. Indien deze Italiaanse Mus aanvaard wordt dan is dit een nieuwe soort voor Nederland en onze Nederlandse lijst, de tweede nieuwe van 2022! Tijdens een telling op de Kamperhoek op 18 april werd een Westelijke Baardgrasmus gemeld in Woerden. De telling werd afgebroken en we reden onmiddellijk naar de gemelde locatie. De vogel liet zich af en toe leuk bekijken. Op 19 april stonden we in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland voor een daar ontdekte Alpenheggenmus. Ondanks uren zoeken konden we de vogel niet terugvinden. Op de terugweg naar huis werd een Griel bezocht nabij Haarlem. Op 23 april stonden we weer op de Kamperhoek en noteerden gretig een Hop die over kwam vliegen. Na de telling werd een Draaihals bezocht bij de Flevocentrale. 27 april werd een rondje noorden gedaan om ons voor te bereiden op de Top of Holland. Het werd een erg leuke dag met onder andere de volgende nieuwe soorten voor de jaarlijst; Kerkuil, Witwangstern, Reuzenstern, Ringsnaveleend, Steltkluut, Zwarte Ibis, Buidelmees en Fluiter. De volgende dag moesten we naar Tholen voor een Grote Grijze Snip die zich erg leuk liet bekijken. Tijdens het bezoek werd een Terekruiter gemeld in het Zwin in Zeeuws Vlaanderen. We vonden de Terekruiter maar helaas zat hij in België en daar bleef hij ook. Op 29 april werd een Roodpootvalk bezocht in de Kampina, de vogel telde nog voor mijn maandlijst. Op de terugweg naar Uden werd een Poelruiter bezocht nabij Maren. Dit was tevens de laatste nieuwe jaarsoort in april. De jaarlijst stond nu op 249 soorten. Met 8 nieuwe soorten voor de april-lijst staat deze nu op 341 soorten!

Westelijke Baardgrasmus | Curruca iberiae
Westelijke Baardgrasmus | Curruca iberiae
Kraanvogel | Grus grus
Kraanvogel | Grus grus
Blauwborst | Luscinia svecica
Blauwborst | Luscinia svecica
Buidelmees | Remiz pendulinus
Buidelmees | Remiz pendulinus
Ringsnaveleend | Aythya collaris
Ringsnaveleend | Aythya collaris
Grote Grijze Snip | Limnodromus scolopaceus
Grote Grijze Snip | Limnodromus scolopaceus
Poelruiter | Tringa stagnatilis
Poelruiter | Tringa stagnatilis
Roodpootvalk | Falco vespertinus
Roodpootvalk | Falco vespertinus
Italiaanse Mus | Passer italiae
Italiaanse Mus | Passer italiae

Op 1 mei werd gewerkt aan de maandlijst. De Purperkoet die nog steeds aanwezig was werd bezocht. Ook de Italiaanse Mus in Garderen werd aan de maandlijst toegevoegd. 3 mei werd een Bergfluiter bezocht in de Meinweg in Limburg. We vonden hier ook een baltsende Hop. Op 5 mei werd een Amerikaanse Goudplevier gedaan nabij Everdingen. We vonden hier ook een zingende Grote Karekiet. Hierna reden we door naar het Noordhollands Duinreservaat voor een daar gevonden Roodkopklauwier. De volgende dag stond een dagje Texel op het programma. Hier vonden we Morinelplevier, Grauwe Franjepoot, Noordse Stern en Zwarte Zeekoet. Deze soorten telden allen nog voor de jaarlijst.

Bergfluiter | Phylloscopus bonelli
Bergfluiter | Phylloscopus bonelli
Roodkopklauwier | Lanius senator
Roodkopklauwier | Lanius senator
Zwarte Zeekoet | Cepphus grylle
Zwarte Zeekoet | Cepphus grylle

Op zaterdag 7 mei begonnen we in de Keent vlakbij huis. Hier vonden we een Noordse Kwikstaart terwijl er een Breedbekstrandloper nabij Middelburg gemeld werd. We besloten de vogel te gaan bezoeken. Terwijl we vanuit Uden naar Middelburg reden werd juist op Texel een (voorjaars) Aziatische Roodborsttapuit gemeld. De vogel zat op het Renvogelveld en het leek ons aannemelijk dat hij daar wel rond zou blijven hangen. We hielden ons dus aan het oorspronkelijke plan. Eerst de Breedbekstrandloper en daarna richting Texel. De rit naar Middelburg verliep snel en onderweg zagen we nog een adult mannetje Grauwe Kiekendief overvliegen. Bij aankomst op de gemelde plek zat een mooie adulte Breedbekstrandloper in zomerkleed op 30 meter afstand mooi in het ochtendzonnetje. Ik heb ze niet vaak zo mooi kunnen bekijken. Na de nodigde foto’s was het tijd om de rit naar Texel in te zetten. Er waren nu inmiddels aanwijzingen dat het zelfs om een Kaspische Roodborsttapuit zou gaan (een ondersoort van de Aziatische). Onderweg kwam de melding door dat de vogel al een tijdje uit beeld was. We reden desondanks door in vol vertrouwen dat hij nog aanwezig was. Vlak voor aankomst werd hij teruggevonden en zat zelfs erg dichtbij. Er werden flink wat foto’s gemaakt en tevreden met een mooie dag reden we terug naar Uden.

Breedbekstrandloper | Calidris falcinellus
Breedbekstrandloper | Calidris falcinellus
Kaspische Roodborsttapuit | Saxicola maurus variegatus
Kaspische Roodborsttapuit | Saxicola maurus variegatus
Roodkeelpieper | Anthus cervinus
Roodkeelpieper | Anthus cervinus

De volgende dag werd een Roodkeelpieper bezocht nabij Arnhem. Op 9 mei bezochten we een Iberische Tjiftjaf in Warmond. Daarna reden we naar de Scherpenissepolder voor een Gestreepte Strandloper. Deze konden we helaas niet vinden. Wel werden hier Temmincks Strandloper en Strandplevier toegevoegd aan de jaarlijst. Op 10 mei werd een Witvleugelstern bezocht in de Zouweboezem. 14 mei deden we mee aan de Top of Holland. We sliepen zoals gebruikelijk bij mijn tante in Oudwoude. Om half 1 in de ochtend begonnen we aan een geweldige dag die zou eindigen met 154 soorten, een volledig verslag is hier te vinden. Diezelfde avond tijdens het buffet bij Andries Zijlstra in Ureterp werd een Turkestaanse Klauwier gemeld nabij Schoorl. Alwin besloot deze te gaan proberen. Wij gingen terug naar mijn tante. We hadden nog veel bij te praten omdat we vanwege de Corona 2 jaar niet op bezoek waren geweest. Tevens was mijn oom kort geleden opgenomen in een verzorgingstehuis. De volgende dag reden we voor de zekerheid in de richting van Schoorl maar de Turkestaanse bleek niet meer aanwezig te zijn. Terwijl we op de Afsluitdijk reden werd er een Terekruiter ontdekt op Texel. We reden onmiddellijk naar Den Helder en waren mooi op tijd voor de eerstvolgende veerboot. De Terekruiter zat er gelukkig nog. Voor de Texel-lijst werden ook nog een Kwartel en Grote Karekiet bezocht. Met deze soorten staat de Texel-lijst van Maartje nu op 300! Ik moet nog een paar soortjes wachten. Onderweg naar huis werd nog een Orpheusspotvogel bezocht nabij Sint-Michielsgestel.

Iberische Tjiftjaf | Phylloscopus ibericus
Iberische Tjiftjaf | Phylloscopus ibericus
Witvleugelstern | Chlidonias leucopterus
Witvleugelstern | Chlidonias leucopterus
Rosse Franjepoot | Phalaropus fulicarius
Rosse Franjepoot | Phalaropus fulicarius

Er kon niet gerust worden want er werd diezelfde avond een Kleine Geelpootruiter gevonden in de Onlanden in de provincie Groningen. Bij het eerste licht de volgende dag stonden we op de locatie maar de Kleine Geelpootruiter konden we niet gevonden krijgen. Inmiddels werd er op Texel een Citroenkwikstaart gemeld. We besloten naar Texel te rijden. Na een lange rit en overtocht konden we de Citroenkwikstaart bijschrijven voor de jaarlijst. Terwijl we hier stonden werd er een Zwartkopgors gemeld in de Castricummerpolder. Er werd geen moment verloren en we reden onmiddellijk naar de veerboot die we op tijd haalden. Na een nerveuze rit en een lange wandeling konden we ook deze soort noteren. Na een dag rust werd op 18 mei een Woudaapje bezocht in Zevenhuizen. Daarna werd een Kwartelkoning gedaan nabij Naaldwijk.

Witwangstern | Chlidonias hybrida
Witwangstern | Chlidonias hybrida
Terekruiter | Xenus cinereus
Terekruiter | Xenus cinereus
Zwartkopgors | Emberiza melanocephala
Zwartkopgors | Emberiza melanocephala

Op 21 mei stonden we om 3 uur in de ochtend in Lelystad en noteerden daar een Dwergooruil die zich erg leuk liet horen.

Dwergooruil

We reden daarna verder naar Castricum voor een Roodmus die snel gevonden werd. Bij de Eendragtspolder bij Zevenhuizen werd een Gestreepte Strandloper gemeld. Dat werd de volgende doelsoort die ook snel gevonden werd. Onderweg terug naar Uden bezochten we op de telpost Brobbelbies nog een 2de kalenderjaar mannetje Grauwe Kiekendief. Tijdens het fotograferen van deze vogel werden 2 Rode Wouwen ontdekt die aan het baltsen waren. Dit had ik nog niet eerder gezien, baltsende Rode Wouwen. Diezelfde avond werd er in de Putten bij Petten een Dougalls Stern gevonden, de doelsoort voor de volgende dag.

Gestreepte Strandloper | Calidris melanotos
Gestreepte Strandloper | Calidris melanotos
Grauwe Kiekendief | Circus pygargus
Grauwe Kiekendief | Circus pygargus
Roodmus | Carpodacus erythrinus
Roodmus | Carpodacus erythrinus

In de ochtend van 22 mei reden we naar de Putten. De Dougalls was die ochtend al gezien maar geruime tijd uit beeld toen we aankwamen. Er werd wel gezocht maar de aandacht van de meeste vogelaars ging uit naar een ontdekte Roodkopklauwier in de greppel. Maartje wist de Dougalls Stern echter na 5 minuten al te vinden. De vogel zat tussen de Visdieven en liet zich mooi bekijken. De Roodkopklauwier werd daarna ook nog gezien door ons. We reden nu naar de Oostvaarders Plassen voor een Slangenarend die daar al een tijdje zat. Onderweg kregen we ook nog een melding van een Kleinst Waterhoen nabij Biddinghuizen, dat lag mooi op de route. De Slangenarend werd snel gevonden en we reden nu naar de Kleinst Waterhoen. Hier moesten we 1.5 km lopen en omdat het al in de middag was met een strak blauwe lucht en een lekker zonnetje schatten we onze kansen niet al te hoog in. Op de plek stonden al een paar vogelaars die aangaven dat de Kleinst Waterhoen regelmatig te horen was op 5 meter afstand. En inderdaad het duurde niet lang voordat de vogel begon te baltsen en roepen. Af en toe konden we hem zelfs kort zien.

Woudaap | Ixobrychus minutus
Woudaap | Ixobrychus minutus
Dougalls Stern | Sterna dougallii
Dougalls Stern | Sterna dougallii
Roodkopklauwier | Lanius senator
Roodkopklauwier | Lanius senator

Eerder die week kregen we het droevige nieuws dat mijn oom uit Friesland overleden was. De crematie vond plaats op 24 mei later in de middag. Wij vertrokken die dag vroeg uit Uden richting Friesland. Onderweg werden een Noordse Nachtegaal en Vale Gier bezocht. We zouden die avond bij mijn tante in Friesland blijven slapen. Die avond werd een Scharrelaar gemeld nabij Dordrecht. De volgende ochtend bleek deze nog aanwezig. We namen afscheid van mijn tante en reden naar Dordrecht waar na een lange tijd wachten en zoeken de Scharrelaar uiteindelijk teruggevonden werd. Eindelijk kon ik deze soort op mijn Nederlandse lijst bijschrijven.

Noordse Nachtegaal

Noordse Nachtegaal | Luscinia luscinia
Noordse Nachtegaal | Luscinia luscinia
Vale Gier | Gyps fulvus
Vale Gier | Gyps fulvus
Scharrelaar | Coracias garrulus
Scharrelaar | Coracias garrulus

Op 26 mei werd een rondje Limburg gedaan met Alwin en Donny. We starten in het Geuldal op zoek naar de Waterspreeuw die we niet vonden. Wel werden 2 Zwarte Ooievaars genoteerd die nog telde voor de jaarlijst. We reden nu naar het Kerperbos nabij Vaals. Hier vonden we snel een Kortsnavelboomkruiper voor de jaarlijst. Daarna reden we naar Koningsbosch voor de Bijeneters die daar al een paar jaar broeden. We wisten 2 paartjes te vinden. We zagen zelfs een Bijeneter samen met een Grauwe Klauwier op 1 tak! Op 27 mei werd een Krekelzanger bezocht in De Brand nabij Udenhout, de vogel telde voor de jaarlijst en Brabant-lijst. Op 28 mei werd op Vlieland een Balkanbaardgrasmus gemeld. Samen met Alwin en Donny stonden we de volgende ochtend vroeg in Harlingen te wachten tot de vogel gemeld zou worden. Dat gebeurde niet en we besloten zelf wat te gaan vinden in het Lauwersmeer. Terwijl we hier aan het vogelen waren werd er in Limburg een zingende Withalsvliegenvanger gemeld. Er werd niet getwijfeld en we besloten naar Limburg te rijden. Na een rit van ruim 4 uur sloten we aan bij een klein groepje vogelaars die aangaven dat de Withalsvliegenvanger al sinds 13:00 uur niet meer gehoord of gezien was, en het was nu 15:30 uur. Het duurde niet lang voordat iedereen vertrok en we alleen achterbleven. We gaven het echter niet op en het was Alwin die de vogel rond half 6 terugvond. Hij liet zijn zang nu veelvuldig horen en we konden hem mooi bekijken. De Withalsvliegenvanger was de laatste nieuwe jaarsoort in mei. Het was een intensieve en drukke maand geweest. De jaarlijst stond nu op 297 soorten! Niet verkeerd en mijn voorspellijst gaf aan dat er ook dit jaar een mogelijkheid aanwezig was om het jaarrecord te verbreken. De jaarlijsten van Alwin en mij (en Maartje natuurlijk) stonden gelijk. Hij had een Turkestaanse Klauwier die wij compenseerden met een Ringsnavelmeeuw. De overige jaarlijsters hielden zich rustig dit jaar en we stonden ruim voor op hen. Tijdens al dit geweld kon ik ook nog 4 soorten toevoegen aan de mei-lijst die nu op 347 soorten staat.

Vuurgoudhaan | Regulus ignicapilla
Vuurgoudhaan | Regulus ignicapilla
Withalsvliegenvanger | Ficedula albicollis
Withalsvliegenvanger | Ficedula albicollis
Struikrietzanger | Acrocephalus dumetorum
Struikrietzanger | Acrocephalus dumetorum

Op 1 juni stonden we met het eerste licht in de provincie Limburg bij de Withalsvliegenvanger die nog telt voor de maandlijst van Maartje. De vogel werd snel gevonden en we reden nu naar de Purperkoet in Alblasserdam. De Purperkoet deed iets moeilijker en het duurde tot half 3 voordat Maartje en ik de vogel allebei zagen. We reden nu naar de Italiaanse Mus in Garderen die ondanks een lange file op de late middag toch nog gevonden werd. Op 3 juni werd tevergeefs gezocht naar een Koningseider in Cadzand-Bad. Deze vogel zat de meeste tijd in België maar kwam af en toe ook in Nederland een kijkje nemen. 4 juni werd een Struikrietzanger gemeld in een polder nabij Empel. Lekker dichtbij en een nieuwe Brabant-soort. De Struikrietzanger liet zich fraai bekijken en fotograferen. Tijdens het bezoek werd een Roze Spreeuw ontdekt nabij Ouddorp. We besloten te rijden naar Ouddorp en de Roze Spreeuw werd snel gevonden. Alwin meldde zich ook en we besloten op hem te wachten terwijl we de Roze Spreeuw in de gaten hielden. Gelukkig bleef de vogel zitten en ook Alwin kon hem bijschrijven. De vorige dag werd een Ralreiger gezien in de Zouweboezem. De vogel bleek deze ochtend ook nog gezien te zijn en het leek dat hij een slaapplaats had uitgekozen in de Zouweboezem. We besloten hier te gaan posten samen met Alwin. Alvorens we naar de Zouweboezem reden werd eerst nog een Strandplevier bezocht voor de jaarlijst van Alwin en aten we pizza in een restaurantje. De Ralreiger werd die avond niet gezien. Wel genoten we van de Purperreigers die mooi voorbij vlogen in de lage avondzon. Een Witwangstern werd nog gretig genoteerd voor de Utrecht-lijst. De volgende ochtend gingen we het weer proberen maar ook nu kregen we de Ralreiger niet te zien. Op 7 juni reden we in de late middag naar Kerkrade samen met Alwin. Het doel was een Waterspreeuw voor de jaarlijst. Bij aankomst in Kerkrade miezerde het wat en de omstandigheden leken niet optimaal. Desondanks werd de Waterspreeuw vrijwel direct gevonden. Hij liet zich leuk bekijken en fotograferen, er werd zelfs een filmpje gemaakt. Op 9 juni stonden we met het eerste licht op de telpost Camperduin in de hoop op een Drieteenmeeuw voor onze maandlijst. Wonderbaarlijk genoeg zagen we 2 Drieteenmeeuwen voorbij vliegen en we hebben deze soort nu in alle maanden van het jaar. Op de terugweg naar Uden bezochten we een Ralreiger nabij Spijkenisse. Ook een groep Casarca’s werd bezocht niet ver van de locatie van de Ralreiger. Beide soorten telden nog voor de jaarlijst. Op 11 juni zaten we weer bij de Camperduin. Een mooie adulte Middelste Jager met lepels werd dankbaar aan de lijst toegevoegd.

Waterspreeuw | Cinclus cinclus
Waterspreeuw | Cinclus cinclus
Kleine Geelpootruiter | Tringa flavipes
Kleine Geelpootruiter | Tringa flavipes
Koningseider | Somateria spectabilis
Koningseider | Somateria spectabilis

Op 13 juni bezochten wij mijn moeder in het verzorgingstehuis in Turnhout waar ze al een tijdje verbleef. Ik had een ingepland gesprek met haar begeleiders. Tijdens dit gesprek werd mijn moeder onwel. Het zag er niet best uit en ik informeerde mijn broers. Ze kreeg medicijnen toegediend die leken te helpen. Wij verlieten mijn moeder en reden naar Cadzand-Bad voor een nieuwe poging voor de Koningseider. Deze werkte wederom niet mee en op de terugweg belde mijn broer dat de dokter onderliggend lijden vastgesteld had bij mijn moeder. Dit was eigenlijk het moment waarop wij hadden gewacht. Mijn moeder had expliciet aangegeven dat zij euthanasie wenste indien zij dement zou worden. Dit was echter niet gebeurd. De dokter gaf aan dat palliatieve sedatie nu het beste was en wij stemden hiermee in. Op 14 juni verbleven we de hele ochtend bij mijn moeder die rustig lag te slapen. Mijn broer loste ons af rond 2 uur. Wij reden naar de Driemanspolder waar we een Kleine Geelpootruiter bezochten. Daarna werd nog een Kleine Vliegenvanger bezocht in Leiden. Op 15 juni waren we in de vroege ochtend wederom bij mijn moeder die nog steeds rustig lag te slapen en geen tekenen vertoonde dat de medicijnen begonnen te werken. Rond 2 uur kwam mijn broer en wij reden weer naar Cadzand-Bad in de hoop op de Koningseider. Dit keer werkte hij mee en we zagen de vogel een stuk over het strand lopen om daarna in zee te springen. Vervolgens zwom hij het Zwin uit op weg naar België. Onderweg terug naar Uden, vlak voor Antwerpen belde mijn jongste broer met de melding dat mijn moeder net was overleden. We reden terug naar Turnhout en namen daar afscheid van mijn moeder. Mijn moeder is 80 jaar oud geworden. De crematie vond plaats op 21 juni en op 26 juni vond de uitvaart plaats in Turnhout. In België vindt meestal eerst de crematie plaats en tijdens de uitvaart is de urn aanwezig. De Koningseider werd de volgende dag in België verzwakt aangetroffen en stierf diezelfde dag nog in een opvangcentrum.

Terwijl wij met Alwin en Donny vlinders aan het kijken waren in Limburg werd op 18 juni een Poelsnip nabij Hardenberg ontdekt. Met z’n allen sprongen we in de auto en na een vlotte rit konden we de Poelsnip aan het lijstje toevoegen. En wat doe je daarna…we gingen gewoon verder met het zoeken naar zeldzame Witsnuitlibellen. Op 22 juni werd nog een Porseleinhoen bijgeschreven. Vanaf toen was voor wat juni betreft: de koek wel even op. De jaarlijst stond nu op 307 soorten. De maandlijst was gegroeid met 4 soorten naar 304 soorten.

Poelsnip | Gallinago media
Poelsnip | Gallinago media
Weidebeekjuffer | Calopteryx splendens
Weidebeekjuffer | Calopteryx splendens
Gierzwaluw | Apus apus
Gierzwaluw | Apus apus

Op 1 juli werd een IJsduiker gemeld op de Kraaijenbergse Plassen niet ver van Uden. De vogel zat mooi in zomerkleed en liet zich fraai bekijken. De IJsduiker telde nog voor de jaarlijst. Je zou denken ook nog voor de maandlijst maar we hadden hem ooit eerder. We hoopten wel dat de vogel zou blijven zitten tot augustus wat helaas niet gebeurde. Op 7 juli werd een Kleine Burgemeester in Scheveningen bezocht voor de maandlijst. Op 9 juli gingen we met Alwin en Donny naar de Sint-Pietersberg. Ik had me laten verleiden tot een dagje vlinderen. Het werd een erg leuke dag met als afsluiting een BBQ bij mij thuis, een volledig verslag van de dag vind je hier. Op 11 juli reden we aan het einde van de middag naar Den Oever voor een gemelde Grote Franjepoot. Na even zoeken vonden we hem terug op enige afstand, de Grote Franjepoot telde nog voor de jaar- en maandlijst. Op 14 juli reden we naar Vlissingen waar een dag eerder een Alk gemeld was. We hadden de Alk alleen nog in juli nodig dus we moesten het proberen. We werden een paar keer voor de gek gehouden door een ook aanwezige Zeekoet maar uiteindelijk wisten we de Alk gevonden te krijgen. Op 15 juli stonden we op de telpost Brobbelbies Noord voor de aftrap van ons trektelseizoen 2022. Op 16 juli bezochten we de Lachsterns die ieder jaar op hun terugweg naar Afrika Oude Pekela aandoen. Op 22 juli moesten we naar Texel voor een Woestijnplevier die telde voor de jaar- en maandlijst. 25 juli moesten we weer naar Texel, nu voor een Bonapartes Strandloper. We wilden voor de jaarlijst perse een Vale Pijlstormvogel hebben. We kozen ervoor om op 28 juli te starten op de Camperduin en net zolang te gaan totdat we er eentje zagen. 28 juli liepen we om 06:23 uur voor het eerst richting de telpost Camperduin en zagen 6 jonge Patrijzen voor ons uitvliegen. Op 30 juli zagen we onze eerste Kleine Jager van dit jaar op de Camperduin. Met de Kleine Jager sloten we de maand juli af en de teller stond nu op 313 soorten voor de jaarlijst. De juli-lijst groeide met 4 soorten naar 295 soorten.

Lachstern | Gelochelidon nilotica
Lachstern | Gelochelidon nilotica
Woestijnplevier | Charadrius leschenaultii
Woestijnplevier | Charadrius leschenaultii
Aziatische Goudplevier | Pluvialis fulva
Aziatische Goudplevier | Pluvialis fulva

1 augustus stond in het teken van de maandlijst. Vroeg in de ochtend stonden we in Scheveningen op zoek naar de Kleine Burgemeester die hier al een tijd rondhing. Helaas kregen we de vogel niet gevonden. We reden nu naar Den Oever voor de Grote Franjepoot, eveneens voor de maandlijst. Onderweg werd een Waterrietzanger gemeld bij Petten. Een jaarsoort dus een nieuwe bestemming. Niet veel later werd een Blonde Ruiter op Texel gemeld. Er waren dit jaar al eerder Blonde Ruiters gemeld op Texel en we hadden het al zonder succes geprobeerd. We wilden nu een nieuwe poging wagen. De route werd dus wederom verlegd en we reden nu naar Texel. We misten net de veerboot en moesten een uur wachten op de volgende. Het duurde voor het gevoel allemaal erg lang maar we waren blij toen bleek dat de Blonde Ruiter er nog zat. We konden gewoon aanschuiven bij de al aanwezige vogelaars. Omdat de Grote Franjepoot nog niet gemeld was zouden we naar de Waterrietzanger gaan zoeken. Alles veranderde toen we op de veerboot zaten. Zowel de Grote Franjepoot als de Kleine Burgemeester waren teruggevonden. We besloten eerst de Grote Franjepoot te doen en indien er nog tijd was dan terug te gaan naar Scheveningen. De Waterrietzanger moest wachten tot morgen. De Grote Franjepoot in Den Oever werd vrijwel meteen gevonden. We reden nu snel naar Scheveningen waar we na redelijk wat zoeken uiteindelijk de Kleine Burgemeester zagen op het strand. Op 2 augustus begonnen we bij de plek van de Waterrietzanger die we snel terugvonden. We zagen zelfs een tweede vogel. Hierna namen we weer plaats op de telpost Camperduin waar we onze eerste Toppers van dit jaar zagen. 3 augustus was Maartje jarig en haar tweeling zus kwam naar Uden voor een BBQ. De volgende dag stonden we weer op Camperduin, geen Vale Pijl maar wel een Roodhalsfuut. Tijdens de telling werd een Bairds Strandloper teruggevonden bij het Dannermeer die een dag eerder ontdekt was. Na de telling reden we naar het Dannermeer in Groningen waar de Bairds gezien was. Na flink zoeken vond Jacob Bosma hem terug. Later bleek de determinatie van de vogel toch nog erg lastig zodat we deze op onzeker gezet hebben en hem niet meetellen voor de jaarlijst. De volgende dag stonden we weer met het eerste licht op de Camperduin. Een Kuifduiker en een Kuifaalscholver waren leuk. 7 augustus stonden we er weer en de Kuifaalscholver bleek er nog steeds te zitten. 8 en 9 augustus brachten we door op onze eigen telpost in Uden. 10 augustus stonden we weer op de Camperduin, een Reuzenstern was de leukste soort. Ook 11, 12 en 13 augustus stonden we op de Camperduin, een voorbij vliegende IJseend op 13de telde nog voor de jaarlijst. Op 14 augustus stonden we weer op de Camperduin, een jonge Roodpootvalk die kort ter plaatse verbleef liet zich leuk bekijken. In de middag zochten we met Alwin bij de oude vuilnisbelt bij Den Helder naar eventueel een Sperwergrasmus. Er zaten voldoende vogels maar geen Sperwergrasmus. Op 15 augustus stonden we weer met het eerste licht op de Camperduin. Een Drieteenmeeuw en Roodhalsfuut werden gezien maar nog steeds geen Vale Pijl. Na de telling reden we meteen naar Texel voor een gemelde Aziatische Goudplevier en Sperwergrasmus. Beide vogels werkten niet mee maar uiteindelijk zagen we toch nog de Aziatische Goudplevier. 16 en 17 augustus werd doorgebracht op de telpost in Uden. Op 18 augustus stonden we weer op de Camperduin met het eerste licht. Nick vroeg me een steltloper te bekijken wat uiteindelijk een Tureluur bleek te zijn. Tegelijkertijd vroeg hij opnieuw om een stelt te bekijken die misschien wel iets anders was, hij had hem te kort kunnen bekijken. Dankzij een zeilbootje als herkenningspunt vond ik het mogelijke steltje snel terug. Meteen was mij duidelijk dat het niet een stelt maar een pijl was. Sander Schagen zag de vogel ook meteen en zag ook dat het een pijl was. Even kantelde de vogel en meteen werd duidelijk dat dit een Vale Pijlstormvogel was. Nick had inmiddels ook de vogel in beeld en bevestigde de determinatie. Gelukkig had nu ook Maartje de Vale Pijl in beeld. Uiteindelijk zijn we 16 keer naar de Camperduin geweest voor de Vale Pijlstormvogel. Het was een zware bevalling maar hij stond op de lijst. Onze aandacht ging nu uit naar onze eigen telpost voor een Duinpieper en Ortolaan. De Duinpieper werd gezien op 19 augustus. Ik was nu vrijwel iedere dag op de Brobbelbies te vinden. De tellingen waren redelijk tam met af en toe leuke soorten als; Duinpieper, Grauwe Kiekendief, Morinelplevier en de lokale Wespendieven. Op 27 augustus vloog de enige Ortolaan van dit jaar recht over mijn parabool. Het werd die dag ook uitstekend voor Ooievaars en we telden 351 exemplaren. We zagen ook nog een Zwarte Ooievaar, voor een volledig overzicht van de telling klik hier. Op 30 augustus zijn we nog naar Texel geweest in een poging voor een Grauwe Fitis die helaas niet werd teruggevonden door ons. Met de Ortolaan stond de jaarlijst nu op 321 soorten eind augustus. De augustus-lijst steeg maar met 2 tot 301 soorten.

Morinelplevier | Charadrius morinellus
Morinelplevier | Charadrius morinellus
Kleine Burgemeester | Larus glaucoides
Kleine Burgemeester | Larus glaucoides
Kwartelkoning | Crex crex
Kwartelkoning | Crex crex

Op 1 september vonden we de Kleine Burgemeester redelijk eenvoudig op het strand van Scheveningen. We hebben de Kleine Burgemeester nu in alle maanden van het jaar. We reden daarna naar Katwijk om een tijdje door te brengen op de telpost De Puinhoop. Er vloog niet veel maar ik was erg blij met een Nachtegaal die ik hoorde roepen, deze telde nog voor mijn maandlijst. Op 5 september werd een Kwartelkoning bezocht nabij Berkel en Rodenrijs. De vogel liet zich leuk bekijken en hij telde nog voor de maandlijst. Op 9 september werd gezocht naar een Eleonora’s Valk die een dag eerder gezien was nabij Bentwoud. We vonden hem niet terug en moesten tevreden zijn met een Roodpootvalk. Op 10 september werd een noordwester windkracht 5 voorspelt bij Westkapelle. De eerste echte noordwesten wind van dit najaar betekende dat we naar Westkapelle moesten gaan. In het donker stonden we al op de parkeerplaats bij de telpost. Om 07:39 uur was het raak en onze eerste Noordse Pijlstormvogel van het jaar werd genoteerd. Niet veel later gevolgd door een Kleinste Jager. Om 10:48 uur kwam daar nog een Vorkstaartmeeuw bij. We zagen nog een aantal Kleinste Jagers maar na half 2 hielden de meeste tellers het voor gezien. Om 13:47 uur merkte Sam Reitsma op dat er een zwaluwachtige vogel door de golven heen vloog. Hij keek opmerkelijk genoeg door een camera. Na wat uitleg vond ik met wat geluk de vogel snel terug en zag meteen dat het hier om een Stormvogeltje ging! Met behulp van de boeien kon ik de vlucht-baan aan Maartje, Donny en Alwin doorgeven en zij zagen nu ook het Stormvogeltje. Alhoewel de afstand toch redelijk groot was lukte het me om wat bewijsplaten te maken. Wat een dag en wat een soort die ook nog voor de maandlijst telde! Voor een volledig overzicht van de telling klik hier.

Stormvogeltje | Hydrobates pelagicus
Stormvogeltje | Hydrobates pelagicus
Vorkstaartmeeuw | Xema sabini
Vorkstaartmeeuw | Xema sabini
Kleine Jager | Stercorarius parasiticus
Kleine Jager | Stercorarius parasiticus

Op 11 september werd een Grauwe Fitis ontdekt in het Noordhollands Duinreservaat terwijl we op onze telpost stonden. We sprongen meteen in de auto en reden naar de gemelde locatie. Alwin en Donny waren al present en hadden de vogel reeds gezien. Het duurde even maar ook wij zagen de vogel en konden hem bijschrijven. Op 13 september stond ik in de ochtend weer op onze telpost. Leuk waren 4 Morinelplevieren die recht over ons hoofd vlogen. Rond 2 uur was ik weer thuis en had niet verwacht dat ik die middag nog op pad moest. Rond 3 uur werd een Steppevorkstaartplevier gemeld bij Twisk. Meteen werd begonnen aan de rit van 165 km gelukkig net voor de spits. Bij aankomst zat de vogel nog ter plaatse en konden we genieten van een aantal mooie vluchten waarbij hij erg dichtbij kwam. Toen we terug liepen naar de auto werd er een Steppekievit gemeld nabij Netterden. We besloten om onmiddellijk naar de gemelde locatie te rijden, een rit van 180 km. Bij aankomst bleek de vogel te zijn weggevlogen. We hebben nog gepost tot het donker maar het mocht niet baten.

Duinpieper | Anthus campestris
Duinpieper | Anthus campestris
Kleinste Jager | Stercorarius longicaudus
Kleinste Jager | Stercorarius longicaudus
Steppevorkstaartplevier | Glareola nordmanni
Steppevorkstaartplevier | Glareola nordmanni

De windvoorspellingen voor Westkapelle zagen er erg goed uit voor het weekend van de 17de en 18de september. Samen met Alwin en Donny huurden we een huisje in Oranjezon vanaf de 16de. Op 16 september werden we getrakteerd op hoge aantallen Grauwe Pijlstormvogels die ook nog telde voor de jaarlijst. Ook Grote Jager, Noordse Stormvogel en Vaal Stormvogeltje waren nieuw voor de jaarlijst. Andere leuke soorten waren Rosse Franjepoot, Noordse Pijlstormvogel, Vorkstaartmeeuw en 9 Kleinste Jagers, klik hier voor een volledig overzicht. De volgende dag zagen we niet minder dan 23 Kleinste Jagers. Tevens weer een hoog aantal Grauwe Pijlen, klik hier voor een volledig overzicht. Op zondag stonden we er weer en een Parelduiker nog vrijwel in zomerkleed telde nog voor onze jaarlijst, klik hier voor een volledig overzicht. Na dit schitterende weekend waren meteen ook alle zeesoorten zeker gesteld. We moesten nu alleen nog Kleine Alk en Papegaaiduiker die later in het jaar pas mogelijk waren.

Noordse Stormvogel | Fulmarus glacialis
Noordse Stormvogel | Fulmarus glacialis
Dwergmeeuw | Hydrocoloeus minutus
Dwergmeeuw | Hydrocoloeus minutus
Jan-van-Gent | Morus bassanus
Jan-van-Gent | Morus bassanus

Vanaf nu zat ik weer veel op de eigen telpost en wachtte op nieuwe jaarsoorten. Het bleef echter erg stil in Nederland en een verwachtte Sperwergrasmus kwam maar niet. Op 23 september werd op Vlieland een Grijze Strandloper ontdekt. De volgende ochtend werd hij weer teruggevonden. Samen met Alwin en Donny huurden we een huisje en namen de boot van 2 uur naar Vlieland. Onderwijl werden diverse Siberische Boompiepers gemeld op het eiland, het zag er allemaal prima uit. De tegenslag begon eigenlijk al meteen met de Grijze Strandloper die onvindbaar bleek. Ondanks mooi licht en hoog water kregen we de steltloper niet gevonden. We zochten tot de schemer maar het mocht niet baten. We zouden het de volgende ochtend weer gaan proberen. Met het eerste licht zaten we weer op de plek van de Grijze Strandloper. Er was nu echter zoveel tegenlicht dat het onmogelijk was om de vogel uit de duizenden strandlopers te ontdekken. Ik gaf het al snel op en ging met Maartje zoeken naar een Siberische Boompieper. Zoveel er gisteren gemeld werden zo stil bleef het nu. We zochten de verschillende plekken af waar ze gisteren gezien waren maar het leverde niet veel op. Later die middag kwam er toch nog een melding van een Siberische Boompieper op notabene een plek die we flink doorzocht hadden. We gingen terug naar de plek van de melding en Alwin en Donny sloten aan bij de zoektocht. Het was Alwin die de Boompieper vond en ons de locatie doorstuurde. We waren echter te laat zo bleek want de vogel was al verdwenen. Hetzelfde gebeurde ongeveer een half uur later weer. We zochten daarna nog lang maar Alwin bleef de enige die de Siberische Boompieper op zijn lijst kon noteren. Wij hadden na 2 dagen Vlieland helemaal niets. We moesten wachten tot 28 september tot er weer een nieuwe jaarsoort gemeld werd. Het was een Blauwstaart die in het Noordhollands Duinreservaat eenvoudig door ons werd teruggevonden en leuk op de foto werd gezet. De Blauwstaart telde ook nog voor de maandlijst.

Blauwstaart

Op 29 september zagen we op onze telpost 2 Kleine Rietganzen die nog telde voor de jaarlijst. Diezelfde dag werden op de telpost Parnassia 2 Siberische Boompiepers gemeld. We besloten de volgende dag op de telpost De Vulkaan te gaan staan in de hoop daar een Siberische Boompieper op te pikken. Het werd een geweldige dag met leuke aantallen vogels EN een Siberische Boompieper, klik hier voor een volledig overzicht van de telling! We moesten de telling helaas afbreken omdat er een Eleonora’s Valk op Texel gemeld werd, de tweede alweer dit jaar. We reden naar Den Helder en hier bleek de wachttijd voor de veerboot 2 uur te bedragen omdat er een boot kapot was. We besloten niet over te steken maar te wachten of de valk nog teruggevonden zou worden. Dit gebeurde echter niet, maar toch tevreden met de Siberische Boompieper die ook nog voor de maandlijst telde reden we terug naar Uden. De teller stond op 335 soorten eind september. De voorspellijst gaf aan dat er nog steeds goede kansen waren op het jaarrecord. Als we onze lijst vergelijken met die van Alwin dan staan we 3 soorten voor op hem. We hebben Koningseider, Ringsnavelmeeuw, Vale Pijlstormvogel en Ortolaan. Alwin kan hier een Turkestaanse Klauwier tegenover zetten die wij niet hebben. Voor de maandlijst had ik 6 nieuwe, de september-lijst staat daarmee op 320 soorten.

Boomvalk | Falco subbuteo
Boomvalk | Falco subbuteo
Blauwstaart | Tarsiger cyanurus
Blauwstaart | Tarsiger cyanurus
Bladkoning | Phylloscopus inornatus
Bladkoning | Phylloscopus inornatus

Op 1 oktober stonden we op onze telpost en een Duinpieper die er al een tijdje zat telde nog voor de maandlijst van Maartje. De volgende dag stonden we weer op onze telpost. De Duinpieper zat er nog steeds, maar verder gebeurde er erg weinig. We stopten de telling om 12 uur en reden naar huis. Een Sperwergrasmus en Bosgors die eerder deze ochtend gemeld waren op Schiermonnikoog zagen er verleidelijk uit. We besloten diezelfde middag nog naar Schiermonnikoog te gaan en zouden hier een nacht verblijven. We namen volgens ons niet al teveel risico om een nacht op een eiland te verblijven. We waren nog geen 10 minuten onderweg toen er een melding kwam van een Steppearend in de Groote Peel. Dit verzin je toch niet, dachten we! Maar, we besloten toch vast te houden aan het oorspronkelijke plan. Met gemengde gevoelens reden we door naar de haven van Lauwersoog om daar op de veerboot te stappen. Met harde wind werd de rest van de middag gezocht naar de Bosgors. We konden de vogel niet gevonden krijgen en Alwin had inmiddels de Steppearend in de pocket. Met het eerste licht de volgende ochtend fietsten we naar de locatie waar de Sperwergrasmus al een tijdje gezien werd. Ondanks wederom harde wind was er veel vogeltrek op het eiland. Veel Koperwieken en Zanglijsters vlogen om ons heen. We zagen ook diverse Beflijsters. Na een dik uur zoeken hoorde we de Sperwergrasmus roepen en af en toe liet hij zich kort zien. De Steppearend was nog niet gemeld, maar we vertrouwden erop dat deze nog wel aanwezig zou zijn. De veerboot van half 11 meerde aan en we zagen Alwin de kade oplopen. We wisselde wat informatie uit over de locatie van de Sperwergrasmus en stapte op de veerboot. De overtocht van 45 minuten duurde tergend lang en eenmaal op de vaste wal begonnen we aan de rit naar de Groote Peel. Alwin had de Sperwergrasmus reeds gevonden en ging nu opzoek naar de Bosgors. Onderweg werd de Steppearend weer gemeld en ook werd er verrassend genoeg een Bosgors gemeld bij de Kwade Hoek. Nabij Eindhoven kregen we om 13:47 uur de melding dat de Steppearend geringd was. Dit hoefde nog niets te betekenen, maar niet lang daarna werd duidelijk dat dit kwekersringen waren. De eerste de beste afrit werd genomen en we reden nu naar de Kwade Hoek. Onderweg namen we contact op met Nick Peeters die de Bosgors gemeld had. De vogel bleek niet meer in beeld maar zou er volgens hem zeker nog moeten zitten. Iets na half 4 kwamen we aan op de plek en de Bosgors liet zich fraai bekijken. Terwijl we bij de Bosgors stonden werden er 3 Grote Kruisbekken gemeld in Meijendel. We vonden dat we vandaag voldoende gereden hadden en zouden die de volgende morgen wel gaan proberen. Alwin had inmiddels Schiermonnikoog verlaten en zag later die middag ook nog de Bosgors. De volgende dag werden 2 Grote Kruisbekken rond half 11 gemeld in Meijendel. We besloten er heen te rijden. Bij aankomst waren er redelijk wat vogelaars aanwezig maar van de vogels ontbrak ieder spoor. Uiteindelijk stonden we er nog alleen samen met Dirk Kooistra. Het geluid van een Kruisbek werd gehoord en dit bleek een vrouwtje Grote Kruisbek te zijn. We hadden er ruim 6 uur gestaan! De volgende dag stond ik weer op onze telpost en het werd een leuke telling met 3 Rode Wouwen, 1 Roodkeelpieper, 1 Klapekster en een Roodpootvalk die even recht boven ons hing. Vlakbij de telpost werden 2 Grote Kruisbekken gemeld en omdat deze soort nieuw was voor onze regio-lijst braken we de telling af. De Grote Kruisbekken werden snel gevonden. We namen contact op met Alwin en hij besloot meteen naar de Maashorst te rijden. Wij hielden de Grote Kruisbekken in de gaten zodat hij bij aankomst de vogels eenvoudig op zijn lijst kon noteren.

Bosgors | Emberiza rustica
Bosgors | Emberiza rustica
Grote Kruisbek | Loxia pytyopsittacus
Grote Kruisbek | Loxia pytyopsittacus
Grote Kruisbek | Loxia pytyopsittacus
Grote Kruisbek | Loxia pytyopsittacus

Op 6 oktober bezochten we een Grote Pieper in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Op 9 oktober werd een Grijze Wouw gemeld op Schiermonnikoog. Indien deze de volgende dag weer gemeld zou worden wilden we de oversteek gaan maken. 10 oktober stond ik op onze telpost en nadat er een Roodkeelpieper overvloog kregen we de melding van een Raddes Boszanger in het Mallebos nabij Spijkenisse. We sprongen meteen in de auto en zetten koers naar het Mallebos. Het was druk onderweg en na de nodige files kwamen we aan op de locatie en zagen Alwin alweer wegrijden. De Grijze Wouw was gemeld en hij was onderweg naar Schiermonnikoog. Wij moesten even zoeken naar de Raddes Boszanger (340) maar uiteindelijk hoorde en zagen we de vogel fraai. We hadden geen zin meer om naar Schiermonnikoog te rijden en bleven bij de Raddes voor wat foto’s. Alwin meldde later die middag de Grijze Wouw op Schiermonnikoog. Later toen we thuis waren kwamen er nog 2 meldingen van Izabeltapuiten door, 1 op Vlieland en 1 in de Kwade Hoek.

Roodpootvalk | Falco vespertinus
Roodpootvalk | Falco vespertinus
Grote Pieper | Anthus richardi
Grote Pieper | Anthus richardi
Raddes Boszanger | Phylloscopus schwarzi
Raddes Boszanger | Phylloscopus schwarzi

De volgende dag namen we de eerste veerboot naar Schiermonnikoog voor de Grijze Wouw. Mocht de Izabeltapuit van de Kwade Hoek teruggevonden worden dan zou dat de volgende doelsoort van de dag worden. De Grijze Wouw (341) werd snel gevonden en een overvliegende Grote Pieper was een leuke bijvangst. Onderwijl was er van beide Izabeltapuiten nog geen melding gekomen. Terwijl we op de veerboot van half 11 stonden te wachten werd er een Noordse Boszanger gemeld in de Eemshaven. Deze soort hadden we eigenlijk al afgeschreven voor dit jaar dus dit was een welkome melding. Rond 12 uur kwamen we aan in de Eemshaven en we moesten nog zeker 3 kwartier zoeken voordat we de Noordse Boszanger (342) vonden. Hij liet zich toen echter fraai bekijken en er konden leuke platen gemaakt worden. Op 12 oktober stond ik op onze telpost toen er een heuse Geelsnavelkoekoek gemeld werd op de Maasvlakte. Er werd niet getwijfeld en meteen sprongen we in de auto en begonnen aan de rit. We reden op de A59 net voor de afslag A27 toen we een bizarre melding kregen dat de Geelsnavelkoekoek in de Nieuwe Waterweg lag en het leven had gelaten. De Geelsnavelkoekoek is een nieuwe soort voor Nederland en we balen ervan dat we deze gemist hebben. 14 oktober begon het Dutch Birding najaar weekend op Texel en daar zijn we altijd bij. We bezochten meteen een groepje Sneeuwgorzen (343) die nog voor de jaarlijst telde. De volgende dag werd een Oostelijke Gele Kwikstaart (344) ontdekt. We moeten afwachten wat de CDNA met deze soort gaat doen maar voorlopig zetten we hem wel op de jaarlijst. Diezelfde dag werd een Izabeltapuit gemeld op Vlieland. Op Texel gebeurt er verder weinig maar op Vlieland zat de volgende dag nog steeds de Izabeltapuit. Even overwogen Alwin en ik nog om met een watertaxi naar Vlieland te gaan. We lieten dit plan voor wat het was en besloten maandagochtend 17 oktober met de eerste veerboot Texel te verlaten en de eerste veerboot van Vlieland te nemen om 9 uur. Het plan lukte en rond 11 uur huurde we onze fietsen en kon de zoektocht beginnen. Die zoektocht met af en toe hevige regen duurde tot 4 uur in de middag. Van een Izabeltapuit was geen spoor te vinden. Teleurgesteld zaten we op de veerboot van 5 uur terug naar de vaste wal. Tijdens de rit terug naar Uden zagen we nog een jagende Velduil (345) nabij Joure. Een troostprijs die nog telde voor de jaarlijst.

Noordse Boszanger | Phylloscopus borealis
Noordse Boszanger | Phylloscopus borealis
Oostelijke Gele Kwikstaart | Motacilla tschutschensis
Oostelijke Gele Kwikstaart | Motacilla tschutschensis
Grote Barmsijs | Acanthis flammea
Grote Barmsijs | Acanthis flammea

18 oktober sta ik weer op onze telpost te wachten op nieuwe jaarsoorten. Diezelfde middag werd op Schiermonnikoog een Amerikaanse Zee-eend gevonden, zeer waarschijnlijk hetzelfde exemplaar als vorig jaar. We besloten de volgende dag de eerste veerboot naar Schiermonnikoog te nemen. De volgende ochtend om half zeven stapten we op de veerboot. Met de bus reden we naar het dorp en hadden geluk dat de fietsenverhuurder al open was. Normaal moet je wachten tot 8 uur. We fietsen naar de Marlijn waar gisteren de Amerikaanse Zee-eend gezien was. We namen plaats op een duin en het zoeken kon beginnen. Dit was niet eenvoudig vanwege de hoge golven. Er lagen voldoende zee-eenden maar ze waren erg kort en slecht zichtbaar. Een overvliegende Barmsijs werd met geluid naar beneden gelokt en dit bleek een Grote Barmsijs (346) te zijn. Er werden leuke foto’s gemaakt en blij met deze soort zochten we verder. We verplaatsten ons naar een andere duin en Noor Mather voegde zich bij ons. Een Grote Zee-eend (347) vloog voorbij en ook deze telde nog voor de jaarlijst. Op een gegeven moment zag ik een zee-eend met kleur op de snavel. De vogel liet zich echter iedere keer maar erg kort zien. Het lukte me om Maartje en Noor de vogel aan te wijzen en op een moment dat ik niet oplette zagen zij de kenmerkende snavel. Het duurde nog zeker 20 minuten voordat ik de vogel zag opvliegen en nu ook duidelijk kon zien dat dit de Amerikaanse Zee-eend (348) was. Erg blij met de 3 nieuwe jaarsoorten reden we terug naar Uden. De volgende dag stond ik weer op onze telpost waar een Velduil zich fraai liet zien en fotograferen. De melding van een Izabeltapuit op Texel deed ons weer in de auto springen. Alwin gaf aan dat hij ook onderweg was en ongeveer tegelijkertijd kwamen we aan in Den Helder. De overtocht ging snel en na 1.5 km lopen zagen we uiteindelijk toch nog een Izabeltapuit (349) dit jaar. Voordat we het eiland verlieten bezochten we nog een Humes Bladkoning die net gevonden werd op het eiland. De Humes telde nog voor onze maandlijst en Texel-lijst.

Izabeltapuit | Oenanthe isabellina
Izabeltapuit | Oenanthe isabellina
Velduil | Asio flammeus
Velduil | Asio flammeus
Geelbrauwgors | Emberiza chrysophrys
Geelbrauwgors | Emberiza chrysophrys

Op 21 oktober stond ik weer op onze telpost en Alwin was naar Schiermonnikoog voor de Amerikaanse Zee-eend. Om 15:31 uur kregen we een melding door van een heuse Geelbrauwgors nabij Bunne in de provincie Drenthe, een megasoort! Gezien het late tijdstip was er voor ons geen mogelijkheid meer om nog op tijd voor het donker aanwezig te zijn. Alwin daarentegen zat op de veerboot van Schiermonnikoog naar Lauwersoog en zou om 17:15 uur aanmeren. Hij kon het nog halen en dat lukte hem ook. Voor ons begon een onrustige nacht, zou de Geelbrauwgors er nog zitten de volgende dag? Erg vroeg stonden we op en nog in het donker reden we het gebied in waar de vogel zich bevond, we waren de eerste. Naarmate het later werd arriveerden steeds meer vogelaars en met aanvangen van de schemer liepen we met een grote groep naar de plek. Het duurde niet lang voordat de Geelbrauwgors (350) zich liet zien. Gelukkig hij zat er nog! Tijdens al dit geweld bleek dat er gisteren een ware Bobolink gezien was in de Nieuwe Driemanspolder. Nieuwe foto’s toonden onmiskenbaar deze soort. Wij besloten naar de Driemanspolder te rijden, misschien zat de vogel er nog wel. Onderweg kregen we een tip dat er bij de pier van IJmuiden een Kleine Alk zat. De koers werd verlegd en we reden naar IJmuiden. Alwin werd onderweg geïnformeerd over de Kleine Alk en samen zochten we tevergeefs naar de vogel. De Bobolink, een nieuwe soort voor Nederland, werd niet meer teruggevonden. Later diezelfde middag werden nog 2 Vale Gierzwaluwen gemeld op Vlieland. De Geelbrauwgors werd die avond gevierd met een etentje bij Marc’s BBQ, Alwin en Donny waren ook present. Ze bleven slapen in Uden en we bespraken het aanvalsplan voor de Vale Gierzwaluwen. We waren het er over eens om niet naar Vlieland te gaan maar met het eerste licht bij de vuurtoren op Texel te gaan staan. Rond half 10 werden we hier voor beloond. Een Vale Gierzwaluw (351) liet zich langere tijd bekijken en fotograferen. Wij verlieten het eiland om 3 uur en Alwin en Donny bleven achter. Op de terugweg toen we in Amsterdam reden zijn we nog een keer omgedraaid terug in de richting van Texel vanwege de melding van een Rotszwaluw die een juveniele Huiszwaluw bleek te zijn. Net toen we definitief in Uden aankwamen werd er een Bonte Tapuit gemeld op Texel, hoe is het mogelijk. Alwin en Donny waren er nog en konden de vogel noteren voor de jaarlijst. De volgende ochtend stonden we weer in Den Helder voor de eerste veerboot naar Texel. De Bonte Tapuit (352) zat er gelukkig nog. Op 26 oktober werd op Schiermonnikoog een heuse Pijlstaartgierzwaluw gefotografeerd. De vogel werd maar door enkele waarnemers gezien en was daarna verdwenen. We wilden de volgende dag een poging gaan wagen, misschien hing de Pijlstaartgierzwaluw nog wel ergens rond. Pijlstaartgierzwaluwen slapen op de vleugels dus ons leek het de beste tactiek om niet naar het eiland te gaan maar op een telpost in de buurt te gaan staan. De Kustweg bij Lauwersoog werd onze keuze. De Pijlstaartgierzwaluw werd niet meer teruggezien maar we zagen wel nog een fraaie Vale Gierzwaluw bij de Kustweg.

Vale Gierzwaluw | Apus pallidus
Vale Gierzwaluw | Apus pallidus
Bonte Tapuit | Oenanthe pleschanka
Bonte Tapuit | Oenanthe pleschanka
Vale Gierzwaluw | Apus pallidus
Vale Gierzwaluw | Apus pallidus

Op 28 oktober werd bij het Oostvoornse Meer een Daurische Klauwier gefotografeerd. We besloten de volgende dag op onze telpost te beginnen en te wachten totdat deze klauwier weer gemeld zou worden. Tijdens het wachten kreeg ik een tip van een Turkestaanse Klauwier op Vlieland. Veel tijd voor overleg hadden we niet want de Daurische werd teruggevonden. We reden onmiddellijk naar het Oostvoornse Meer en de Daurische Klauwier (353) liet zich mooi op korte afstand bekijken. We moeten nog afwachten wat de CDNA van deze vogel vindt. De volgende ochtend op 30 oktober stonden we in de haven van Harlingen voor de boot van 9 uur naar Vlieland. Na een overtocht van 1 uur en 45 minuten, 11 km fietsen en 1.5 km wandelen zagen we vrij eenvoudig de Turkestaanse Klauwier (354). Met deze vogel waren we erg blij omdat Alwin deze al had en zo liepen we er toch nog eentje in. Op 31 oktober werd in Middelburg op het dak van de Kamer van Koophandel een Alpenheggenmus gezien. Wij hebben de hele middag tot het donker zonder succes naar deze vogel gezocht. De jaarlijst stond eind oktober op 354 soorten. Als we onze lijst met die van Alwin vergelijken staan we er 4 voor; Ringsnavelmeeuw, Koningseider, Vale Pijlstormvogel en Ortolaan. Tot nu toe verloopt de weddenschap uitstekend voor ons. De oktober-lijst was met 6 nieuwe gegroeid tot 342 soorten.

Daurische Klauwier | Lanius isabellinus
Daurische Klauwier | Lanius isabellinus
Turkestaanse Klauwier | Lanius phoenicuroides
Turkestaanse Klauwier | Lanius phoenicuroides
IJsgors | Calcarius lapponicus
IJsgors | Calcarius lapponicus

2 november werd gewerkt aan de maandlijst. Een Gestreepte Strandloper bij Callantsoog konden we helaas niet gevonden krijgen, wel vonden we hier een Rosse Franjepoot. Bij het Zwanenwater werd een Roodpootvalk wel snel gezien en heel leuk op de foto gezet. De eerste maandsoort voor november stond op de lijst. Diezelfde avond om 18:47 uur kwam de melding door van een Alpenheggenmus nabij Ouddorp. We stonden dus de volgende ochtend met het eerste licht op de locatie van de melding. Samen met ongeveer 10 anderen begonnen we te zoeken. Na dik een uur gaven de eerste het op en het leek erop dat de vogel er niet meer zat. Ook Hans Bossenbroek, Hugo- en Hans Moerman besloten weg te gaan. Op de terugweg vonden zij vlakbij het strandpaviljoen tot hun verbazing de Alpenheggenmus (355) terug. Een geweldige soort voor de jaarlijst die ook nog nieuw was voor de Nederlandse lijst van Maartje. Op de terugweg naar huis werd nog een Ralreiger bezocht die nog telde voor de maandlijst.

Roodpootvalk | Falco vespertinus
Roodpootvalk | Falco vespertinus
Alpenheggenmus | Prunella collaris
Alpenheggenmus | Prunella collaris
Ralreiger | Ardeola ralloides
Ralreiger | Ardeola ralloides

5 november werd een Kleine Topper ontdekt door Pim Rijk in de Gouwzee nabij Monnickendam. Een nieuwe jaarsoort dus we sprongen weer in de auto. Tijdens de rit werd er ook nog een Roodstuitzwaluw gemeld bij het Zwin in Zeeuws Vlaanderen. Nadat we Utrecht gepasseerd waren meldde Alwin dat de Kleine Topper opgevlogen was maar nog wel aanwezig moest zijn. Bij aankomst troffen we duizenden eenden aan waar de Kleine Topper tussen moest zitten. We zochten tot het donker maar het mocht niet baten. Omdat de Roodstuitzwaluw de hele dag bij het Zwin gezien was wilden we het de volgende dag gaan proberen. Met het eerste licht kwamen we de volgende dag aan bij het Zwin. Het was droog maar dat zou niet lang duren. Na 3 uur posten begon het te regenen en het zou niet meer ophouden die dag, van de Roodstuitzwaluw ontbrak ieder spoor. Op 9 november werd een Papegaaiduiker gezien bij Neeltje Jans. Wij reden direct naar Neeltje Jans en zochten tijdens een dikke windkracht 6 uren naar de vogel. We konden hem helaas niet gevonden krijgen. Voor de Papegaaiduiker werd nu het oorspronkelijke plan gevolgd. Dit was om naar Camperduin te gaan tot we er eentje zagen. Van Nick hoorde we dat hij er in oktober nog niet één gezien had, dit was nog nooit voorgekomen. 10 november stonden we voor het eerst op de telpost Camperduin. Een IJsduiker en een Grauwe Pijlstormvogel werden gezien maar nog geen Papegaaiduiker. Op de terugweg bezochten we nog de Gouwzee en zochten naar de Kleine Topper. Er zaten opvallend weinig eenden en ook de Kleine Topper zat er niet. De volgende dag stonden we weer op de Camperduin. Nu was het zicht erg slecht en er vloog bar weinig, een Grauwe Pijlstormvogel was nog enigszins de moeite waard. 12 november stonden we er weer, nu samen met Alwin. Het was erg mistig en na een paar uur gaven we het op en reden naar Petten waar we wat bosjes inspecteerden. Om half twee kregen we een melding van een Papegaaiduiker bij Neeltje Jans, hij zat er dus nog. We reden er meteen heen en bij aankomst was de Papegaaiduiker (356) mooi te bekijken. Om de nieuwe jaarsoort te vieren haalden we 4 kilo mosselen bij Neeltje Jans. Samen met Alwin en Donny lieten we die ons goed smaken. Zij bleven in Uden slapen want de volgende dag wilden we samen een mogelijke Siberische Braamsluiper gaan bezoeken in de duinen bij Egmond aan Zee. De volgende dag stonden we vroeg in de duinen en we moesten best lang zoeken voordat we de Siberische Braamsluiper (357) vonden. De vogel liet zich langdurig bekijken en het lukte ons om poepjes te verzamelen voor een DNA test. De volgende dag werd het materiaal opgestuurd naar Peter de Knijff, we wachten af. 18 november kregen we een melding van een Kleine Alk bij de zuidpier van IJmuiden. Ook nu reden we meteen naar de gemelde locatie. We moesten wederom lang zoeken maar het was Maartje die de Kleine Alk (358) terugvond op de kop van de pier. Op 19 november werd een Rotszwaluw gevonden op Texel. Omdat het laat in de middag was konden we het die dag niet meer halen. De volgende dag namen we de eerste boot van half 9 naar Texel. Het was erg koud maar de Rotszwaluw moest er nog zitten zo was onze mening. We zochten tot 4 uur in de middag maar de Rotszwaluw liet zich niet meer zien. Flink teleurgesteld reden we terug naar Uden. Op 25 november werden we opgeschrikt door een melding van een Woestijntapuit nabij Emmadorp in Zeeuws Vlaanderen. Meteen reden we via Antwerpen naar de gemelde locatie. Bij aankomst zat de Woestijntapuit (359) er nog. Met de Woestijntapuit stonden we op een evenaring van het huidige jaarrecord wat op 359 staat! Op de terugweg naar Uden werd nog een Ringsnaveleend bezocht in Vught. De vogel telde nog voor de Brabant-lijst van Maartje. Diezelfde dag werd bij Paesens in Friesland een mogelijke Oostelijke Gele Kwikstaart gemeld. De volgende dag kon er DNA materiaal van de vogel verzameld worden. Dit was voor ons reden genoeg om de vogel te bezoeken op 27 november. Rond 10 uur werd de Oostelijke Gele Kwikstaart teruggevonden. Hopelijk levert het DNA een Oostelijke Gele Kwikstaart op. Op 30 november werd een Witstuitbarmsijs gemeld door Gijsbert Twigt in Meijendel nabij Wassenaar. Ondanks dat de vogel wegvloog reden we er toch naar toe. Bij het ringstation van Meijendel troffen we Alwin aan en samen zochten we verder naar de Witstuitbarmsijs tot het donker werd. Helaas konden we de vogel niet teruggevonden krijgen. Om november in stijl af te sluiten werd er die avond nog een Siberische Lijster gemeld die op 14 november gefotografeerd was in Zoetermeer ?. Ook deze Siberische Lijster werd niet meer teruggevonden. De jaarlijst stond nu op 359 soorten, een evenaring van het oude jaarrecord. We stonden 4 soorten voor op Alwin. De november-lijst is met 5 soorten gestegen naar 291 soorten.

Papegaaiduiker | Fratercula arctica
Papegaaiduiker | Fratercula arctica
Siberische Braamsluiper | Curruca curruca Blythi
Siberische Braamsluiper | Curruca curruca Blythi
Woestijntapuit | Oenanthe deserti
Woestijntapuit | Oenanthe deserti
Oostelijke Gele Kwikstaart | Motacilla tschutschensis
Oostelijke Gele Kwikstaart | Motacilla tschutschensis
Velduil | Asio flammeus
Velduil | Asio flammeus

Op 1 december waren we vroeg in de ochtend aanwezig in Delft. Hier zat al een tijdje een Visarend die nog telt voor mijn maandlijst, Maartje had hem al. Na een tijdje wachten liet de Visarend zich prachtig zien. 2 december kregen we een melding binnen van een Nachtegaal in Apeldoorn. We moesten wachten tot de volgende dag maar gelukkig zat de Nachtegaal er nog. Hij zat midden in een woonwijk en had het kennelijk goed naar zijn zin. We hadden de Nachtegaal ook ooit in oktober en november wat al bijzonder is. Op 8 december werd een Grote Grijze Snip bezocht in de Nieuwe Driemanspolder die nog telde voor de maandlijst. Op 12 december kreeg ik via diverse kanalen binnen dat er een Kleine Topper ontdekt was in alweer de Nieuwe Driemanspolder. De determinatie was eerst nog niet helemaal zeker maar toen de eerste foto’s binnenkwamen was het duidelijk dat we onmiddellijk naar de Nieuwe Driemanspolder moesten gaan. Na een dik uur rijden kwamen we aan in de polder en gelukkig zat het mannetje Kleine Topper (360) er nog steeds. Terwijl we de Kleine Topper bekeken kregen we een melding van een Sperwergrasmus die een paar kilometer verder ontdekt was door Rinse van der Vliet. Een megaatje voor de maandlijst dus voordat we naar huis gingen zouden we deze even gaan doen. Tenminste zo was het plan. Helaas konden we de vogel niet gevonden krijgen. Ook de volgende dag hebben nog de hele dag tevergeefs gezocht. 15 december werd doorgebracht in de provincie Zeeland. Er zat een Siberische Braamsluiper in de Dishoek. We bezochten deze vogel om een goede reserve te hebben voor onze Siberische Braamsluiper die we in november zagen. Met het eerste licht kwamen we aan in de Dishoek en we moesten opletten want het was glad. De Siberische Braamsluiper werd snel gevonden. Ook van deze vogel is DNA materiaal verzameld. Later die dag bezochten we een Grijze Wouw die al een tijdje nabij Renesse zit. Op 24 december werden we opgeschrikt door een melding van een eventuele Zwartkeellijster. Een onduidelijke maar interessante foto op waarneming.nl was de aanleiding. Maartje en ik waren allebei op dat moment geveld door de griep. We besloten te wachten totdat er meer duidelijk werd. Er waren in ieder geval een aantal vogelaars aan het zoeken. Van de vermeende Zwartkeellijster werd niets teruggevonden. Een paar dagen later werd een Schildraaf gevonden nabij Breskens. De Schildraaf heeft geen goede status gekregen in Nederland dus lieten we deze vogel voor wat het was. Er werd nog een Sneeuwuil gemeld vlakbij Uden maar dit bleek een ontsnapt exemplaar te zijn. Ook waren er enkele claims van Taigarietganzen die tot niets leidde. Er gebeurde verder erg weinig het laatste deel van december.

Visarend | Pandion haliaetus
Visarend | Pandion haliaetus
Nachtegaal | Luscinia megarhynchos
Nachtegaal | Luscinia megarhynchos

2022 is voorbij en we kunnen de balans opmaken. De weddenschap met Alwin is in ieder geval door ons gewonnen. We staan 4 soorten voor op hem. Onze Big Year is geëindigd op 360 soorten! Maartje en ik hebben alle soorten samen gezien. Het oude record van 2014 stond op 359 soorten. Nog niet al onze soorten zijn aanvaard en vooral de Italiaanse Mus en Oostelijke Gele Kwikstaart zijn niet zeker. Gelukkig is van beide vogels DNA materiaal verzameld. We zullen dus nog even geduld moeten hebben. Voorlopig kunnen we even genieten van ons progressieve record. We vieren oud en nieuw in Uden samen met Alwin en Donny. 1 januari starten we het nieuwe jaar met een Big Day in de provincie Zeeland. Geen Big Year dit jaar maar wel weer gewoon 300 soorten! Rest mij alleen nog iedereen te bedanken die ons geholpen heeft! Zonder die hulp hadden we dit eind resultaat niet kunnen bereiken.

Kleine Topper | Aythya affinis
Kleine Topper | Aythya affinis
Grijze Wouw | Elanus caeruleus
Grijze Wouw | Elanus caeruleus

Toy

Nieuw voor Nederland
  1. Zanggors
  2. Italiaanse Mus (moet nog aanvaard worden)
  3. Scharrelaar
  4. Oostelijke Gele Kwikstaart (moet nog aanvaard worden)
  5. Geelbrauwgors (moet nog aanvaard worden)
Een overzicht van de lijsten die we bijhouden
  • Levenslijst Nederland 472 soorten (stijging van 3 t.o.v. 2021)
  • Levenslijst wereld 3759 soorten (stijging van 2 t.o.v. 2021)
  • Totaal eeuwige maandlijst 3656 (stijging van 57 t.o.v. 2021)
  • Jaarlijst 2022 360 soorten

Maartje

Nieuw voor Nederland
  1. Zanggors
  2. Italiaanse Mus (moet nog aanvaard worden)
  3. Scharrelaar
  4. Oostelijke Gele Kwikstaart (moet nog aanvaard worden)
  5. Geelbrauwgors (moet nog aanvaard worden)
  6. Alpenheggenmus
Een overzicht van de lijsten die we bijhouden
  • Levenslijst Nederland 466 soorten (stijging van 4 t.o.v. 2021)
  • Levenslijst wereld 4486 soorten (stijging van 3 t.o.v. 2021)
  • Totaal eeuwige maandlijst 3620 (stijging van 55 t.o.v. 2021)
  • Jaarlijst 2022 360 soorten